De groote vlucht

Titel
De groote vlucht

Jaar
1908

Pagina's
173



133

zijn gestap rond het perkje, wil op een rustteken stoel gaan zitten).

Marius (hem waar schuivend).... Uw Hoogheid, de stoel is drijvend....

Vorst (nijdig). Daar had toch voor gezorgd kunnen worden 1

Marius. Het heeft geonweerd, Uw Hoogheid____

Vorst (grimmig).... Zoo. Denk je dat ik doof ben? (zwakke onweerslag). Zoo. Hééft ’t geonweerd ? Laat afdrogen — en doe dat ding neer____

Marius. Ik heb ’r voor u opgestoken, Uw Hoogheid. . . .

Vorst. Regent ’t dan nog?

Marius (de hand buiten de parapluie stekend verlegen). .. . Nee, Uw Hoogheid....

Vorst (grimmig). Wat wil je dan, menseh! Wees blij, dat ’r op ’t oogenblik geen crapule door ’t onweer rondzwalkt — wees blij dat we geen afdak noodig hebben!... Afdrogen! (hij herneemt zijn koortsig gewandel rond het grasperk, terwijl Marius van het terras den lakei ivenkt door hem iets toe te fluisteren, en vervolgens bedremmeld de parapluie keurig oprolt).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.