134
TWEEDE TOONEEL.
De V o r i g e n. Lakei.
Lakei (verschijnt onder parapluie, met droogdoeken en presenteerblaadje, tracht eerst angstig den vorst te bereiken, begint dan op) een wenk van Marius de rustieke tafel en stoelen te drogen, blijft daarna onder de parapluie met het presenteerblaadje wachten).
Vorst (nijdig stilstaand). Dat ding neer!
L akei. Ik was bang, Uw Hoogheid, dat de brieven nat zouden worden. . . .
Y orst. Nat! Wat nat ? Regent ’t?
Lakei (nadat Marius het hoofd ontkennend geschud heeft, de parapluie sluitend). Nee, Uw Hoogheid — ’t druipt ’n beetje. .. .
Yorst (de brieven van het blaadje grijpend). Had je die niet eerder kunnen geven?
Lakei. Ik dorst Uw Hoogheid bij de wandeling niet te storen.. ..
Yorst. Praat zoo’n boel niet! Ik ben ’t nog niet vergeten, dat Zijn Hoogheid op jóuw machine uit is gevlogen — op jouw machine ! .. . Als jij niet de brutaliteit had gehad, zou Zijn Hoogheid . . . (zichzelf in de rede vallend bij het zien van wat