VIERDE BEDRIJF.
Het tooneel ver-beeldt den tuin van het vorstelijk kasteel, gelijk in het eerste bedrijf. Late namiddag, wet afdrijvend onweer.
EERSTE TOONEEL.
Vors t. M a r i u s.
Marius (nadat bij het opgaan van het doek de tuin bij heftige weerlichting en donderslag, vrij geruimen tijd verlaten is gebleven, komt de vorst van het terras, loopt driftig met de handen op den rug gevouwen, eenige keeren rond hei grasperk. De geheim-secretaris, eenige oogenblik-ken later van het terras haastend, tracht hem met een parapluie in te halen).... Uw Hoogheid. ... Uw Hoogheid zal nat worden ! . .. (weer pogend hem in te halen).... Uw Hoogheid, de bui is nog niet overgedreven ... (bereikt hem thans, loopt in dezelfde gejaagdheid met den vorst nog tweemaal rond het perkje, zonder verder te durven spreken, terwijl het zwakker nadondert).
Vorst (plotseling stilstaand). De kwajongen! De groote kwajongen I (herneemt nog eenmaal