De groote vlucht

10

Gouverneur. Als Uw Hoogheid ’t goed vindt, zullen we bij de waterpartij gaan zitten.

Ossip (een droomerige jonge man van achttien jaar, met meisjesachtig gezicht). Ik wou — nee, ik wou niets. . . .

Gouverne u r (met Ossip naar ’/■ bosch wandelend). Ik maak er Uwe Hoogheid op opmerkzaam, dat de paddestoel, zooals die zich hier tegen dezen massieven boomstam gevormd heeft, tot de woekerplanten behoort. De paddestoelen, die we ook wel zwammen of champignons noemen, krijgen geen bloemen, ’t Dikke gedeelte heet de hoed.

Ossip. Dank u, professor.

Gouverne u r. Wij onderscheiden bladzwam-men, pijpzwammen, stekelzwammen, bastzwammen, knotsz wam men, 11 oorn z wam men, sponsz wa mmen, en zoo voort.

Ossip. Dank u, professor.

Gouverne u r. Doch eten doet Uwe Hoogheid alleen champignons.

Ossip. Dank u. (beiden links af).