Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



89

Rita. Voor God.

Nansen. Waarom niet voor de Kerk, Rita? Is dat goed? Is dat rein?

Rita. Ik vraag niet wat goed — wèet niet wat rein is!

Nansen. Rita! Rita! Is de verfoeilijke haat je geloof gebléven?

Rita. Nee, nee! De haat uit m’n jeugd is ’n domheid geweest — hij heeft me weer leeren lief-hebben.

Nansen. Wie?

Rita. M’n man. De vader van m’n kind. Diè heeft me gezegd, in de kostbaarste uren gezegd, dat haat alleen ’n vreugde mag zijn, als ’n middel om menschen gelukkig te maken — die heeft me gezegd én ’k heb ’m met m’n heele lichaam geloofd....

Nansen ’t Lichaam is sterflijk — de ziel

niet....

Rita (in extase). ’t Lichaam sterft niet — sterft nooit — ’t gaat van ouder op kind — ’t wordt bloem en blad en weer aarde en adem — ’k heb ’m met m’n heele lichaam geloofd, geloofd, omdat je begreep, vóélde, tastte, dat we de aarde had-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.