83
leden spreek, wor ’k gejaagd, zou ’k de verloren jaren terug willen rukken, om ze nog eens te leven, zoo helder-wakker als nu. Je slaapt niet alleen in den nacht — je verslaapt je beste jaren, je veerkrachtigste jaren en als je eindlijk, eindlijk wakker geworden ben, sta je versuft door-alles-ineens, zou je ’t willen uitgieren, uitkrijschen om de andren te wekken, die blijven slapen, hoe je ook port en raast — als je niet zoo'n meelij met ze had, je niet zoo verheugde in je eigen open oogen.
Nansen. U sprak van uw jeugd....
Rita. ’k Heb nóóit ’n jeugd gehad.
Nansen. Is u niet jong geweest?
Rita [fel-oplachend). Jong ja — ’n jeugd néé! Je koopt je — kleeren — ’n woning — licht — lucht — jeugd. Wij hadden niet te koopen — wij wérden gekocht — gekocht met onze handen en tanden, onze oogen, ons lichaam, onze jeugd____
Nansen Heeft u uw vader vróég verloren ?
Rita. Te vroeg — ’n vader verlies je altijd te vroeg — vroeger dan ’n moeder.
Nansen. Heb je niet van je moeder gehouden.
Rita. Dat bedoel ’k niet. Met ’n vader gaat