Nansen. Ligt ze nog niet te bed?
Pleegzuster. Ze wil niet ’k Heb ’r ’n deken om de beenen gewikkeld.
Nansen. Laat u de deur dan open. De haard trekt voor twee kamers.
Pleegzuster. Graag, eerwaarde. Met’n open deur, als ü hier zit, zal ze minder kwetsende dingen zeggen. ’k Zal blij zijn als m’n taak afgeloopen is. ’t Is de eerste keer dat ’k ’t wensch.
Nansen. Welke kwetsende dingen zegt ze?
Pleegzuster. Elk woord kwetst. Ik heb m’n gelofte gedaan en bij die vrouw hoor ’k niets dan zondige dingen.
Nansen. Nog een, twee dagen, zuster. Tk kan u niet missen {zuster af).
Twaalfde Tooneel.
Nansen. Rita. Pleegzuster.
{Nansen zit gebogen bij den haard. De deur links blijft geopend).
Rita {onzichtbaar). Doet u de deur niet toe, zuster?