Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



76

Nansen (norsch). Nee. Dank u. Reik me pijp even aan.

Co. Asjeblief.

Nansen. Wat treuzel je nog, juffrouw? ’k Wou ’n oogenblik alleen zijn.

Co. Ik treuzel — ik wacht — omda-’k zoo straks dat mensch heb belogen.

Nansen. Welk mensch?

Co. Haar.

Nansen. Kun je dan niet van die vróuw spreken? Begin jij ook al, juffrouw?

Co. 'k Mot zoo’n bóél hooren ....

Nansen. Ik ook. Ga door. Ga door. Wat heb u gelogen....

Co. ’k Kwam net door ’t stormweer terug van ’t kind — dat niks goed is — néé, niks goed — en toe stond ze met zoo’n angst voor me, dat ’k — dat ’k — ’k weet zelf nie-meer wat ’k ’r uitgeflapt heb — ’k heb as ’n zottin — bij ’r zwarte oogen staan liegen ....

Nansen. Wat heeft de dokter gezegd?....

Co. De dokter most nog kommen — voor de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.