64
Bronk Mijnheer de pastoor ....
Rita Mijnheer de pastoor, hebben we zoo
op aarde gekend, dat we voor ’n andre niet meer bevreesd zijn . ...
Bronk [scherp). Spijt me, dat ’k m’n woorden verspilde — aan ’n deerne. God’s gramschap rust zwaar op u.
Rita. Misschien.
Zesde Tooneel.
De vorig en. Pleegzuster.
Pleegzuster. Eerwaarde, de pastoor komt dadelijk. {Hij knikt stug, wenkt haar met Rita heen te gaan).
Zevende Tooneel.
Bronk. Nansen.
Bronk {loopt op en neer) Nansen!
Nansen. Goeien avond. Jij zoo laat hier?
Brofik ’k Breng je ’n schrijven.
Nansen. Van wien?
Bronk. Van den bisschop.
Nansen. Van den bisschop? {bitter). Dank je* Bronk. Ben jij middelaar geweest?