46
ben. — Nou begint de wind op te steken, ’k Wou dat ’k hier den heelen dag mocht blijven.
Zestiende Tooneel.
De vorigen. Nansen.
Pleegzuster (ópstaand). Eerwaarde....
Nansen (tot Rita). Blijf u zitten. Laat ons even alleen, zuster, ’k Wou ’n oogenblikje — ’k zal u waarschuwen.
Pleegzuster. Ze heeft véél gepraat, eerwaarde.
Nansen. Ga gerust. — Ik zal matig zijn. (Zuster af).
Zeventiende Tooneel.
Rita. Nansen.
Rita. ’k Had gedacht, dat u ....
Nansen. Dat ’k?
Rita. Dat u grijs was. Bij ’t licht van de lamp, dien avond....
Nansen. Nee — ’k ben jong. Blijf zitten.
Rita. ’k Wou u danken, uit den grond van m’n hart danken ....