Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



42

Rita (:met gesloten oogen). Ik zit als ’n koningin. Die stilte — die stilte — ’t geluid van de branding — ’k wor ’r dronken van .... [Een stilte). Zuster ?

Pleegzuster. Ja?

Rita {met gesloten oogen). Wat fluisterde de dokter dien laatsten, ergsten dag?

Pleegzuster. De dokter geloofde ....

Rita. Dat ’k sterven zou. Dan was ’k bediend — néé, niet bediend — geworden — begraven, {opstuttend) O, wat hou ’k van ’t leven, van de men-schen, de stad, de beesten, de wolken. Als ’k morgen, overmorgen buiten kom, is de eerste zoen voor me kind — de tweede voor de aarde, ja voor de aarde. Heb je wel eens met je mond de aarde gekust? Ik wel. Tweemaal. Tweemaal. De eerste keer was ’k nog ’n kind — verveel ’k met m’n gebabbel? Nee? —, de eerste keer was ’k ’n meisje van dertien, veertien. De heele winter, ’t heele voorjaar, de helft van den zomer had ’k met dertig andere meisjes onder de dakpannen gezeten, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, al maar ’t zélfde, ’t zélfde — zóo ’t zelfde, dat ’k stik als ’k ’r an denk. De centen kreeg moeder. Daar aten we van. Als ’t onder de pannen koud was, was ’t winter, als je longen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.