Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



4i

wen — da’s waar — voor ’k in die vreeselijke pijnen lei.

Pleegzuster. Dan heb je ’t nu weer geleerd.

Rita. Nee.

Pleegzuster. Nee?

Rita. U heb me de rozenkrans in me handen gegeven — en toen — ’t was zoo’n foltering, zoo’n afschuwelijke foltering eer ’t kind ’r was — heb ’k gegild en gesmeekt en gebejen — in angst — in angst — in enkel angst! Nou de pijn weg is en ’k zoo uitgerust ben, dat ’k van weelde me lichaam niet voel, zou ’k niet meer kunnen. Ben je daar boos om, zuster?

Pleegzuster. Ik heb geen recht boos te zijn.

Rita. En je kijkt zoo stil voor je uit.

Pleegzuster. Omdat ’k meelij met je voel. Praat met den pastoor. Mijn roeping was je lichamelijk te verplegen. Je hèb gebeden — in angst gebeden — in de uren van ’t gevaar heb je den Heer hervonden. Ik weet dat je Hem zult behouden. Dat kan niet anders.

Rita. Kan ’t niet anders?

Pleegzuster. Nee, Rita. (Rita leunt vermoeid achterover, sluit de oog eri). Wil’kje nu’n kussen geven?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.