121
hiér, beslist hier. ’k Ben ’t an mijn waardigheid verplicht. Of wou je dat ’k me terugtrok en in denzelfden schijn van belachelijkheid voor de gemeente en de vijanden van de gemeente kwam te staan? ’k Heb kort en bondig den koster bevolen : geweld of — of list, tegenover ’n geëxalteerde kun je niet anders! — *t kind wordt begraven en de vrouw naar de stad getransporteerd. — Alle boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uit gehouwen.
Nansen. ’r Zal hiér dan weinig geboomte gespaard blijven.
Bronk. In dien uw rechterhand u ergert, houwt ze af en werpt ze van u (wil heengaan).
Nansen. Bronk — ik wil met die vrouw spreken.
Bronk (aarzelend). Zooals je wil.
Nansen. ’t Fatale grapje tot ’n eind brengen. (Bronk knikt stug— wil opnieuw heengaaii). Ga je heen? Ook ik ga heen, Bronk. En we mogen mekaar wel ’n hand geven.
Bronk. Nee.
Nansen. Heb ’k ’t zóó verbruid?
Bronk. ’k Zou zeggen voor góéd. We staan