Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



120

’t dorp géén licht van den burgemeester, waar zwervers zich kunnen aanmelden?

Nansen. Dat was ’r. De grap ware welvoegelijker geweest, als ’k ’r van den stal naar ’t hok onder den toren had geleid, waar de burgemeester al tweemaal ’n zwerver hééft opgeborgen. De laatste is ’r dood gebleven, gestikt in jenever. — Bronk, Bronk, ’t schemert voor me oogen — ’k krijg bij jou ’n gevoel van wanhopige benauwenis en voor m’n parochianen ’n deernis die ’k niet uit te spreken durf.

Bronk. Diezélfde parochianen wachten je — als ’t z’n doorluchtige hoogwaardigheid behaagt je vréémde zonden te vergeven — en je ’n nieuwe parochie toe te wijzen.

Nansen. Dan vrees ’k . .. .

Bronk. Wat vrees je?....

Nansen. Dat ik niet den moed zal hebben — rond te gaan — en te verkonden: bekeert u — bekeert u — het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen! — Ik zou nooit anders kunnen handelen.

Bronk (na een lange stilteongeduldig). En nu? Ik herhaal: en nu? Twee nachten heb ’k in ’t dorp geslapen, ronduit an wie ’r naar vroeg gezegd: die vrouw is *r nog. Vannacht blijf ’k

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.