Pour tant d'amour (serie Heijermans' Camera)

Titel
Pour tant d'amour (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



9

Ze had ’t me zacht en met ’n zevenden hemel in ’r oogen voorgezongen ik floot ’t keurig na. Want in den grond heb ’k ’n uitstekend gehoor voor melodieën, die warm worden opgediend.

We scheidden, ’k Liet me dien dag zorgvuldig scheren met ’n friction toe. ’k Soigneerde me met overleg, kocht ’n nieuwe das en nieuwe handschoenen, ’k Dineerde vroeg en zat na ’t dessert om half zeven als ’n jongeling in den maneschijn te droomen. Als ze van den sport-maniak gescheiden was, trouwde ’k ’r positief. Eens moet ’r ’n eind aan je treurwilgen-bestaan komen — eens moet je je rangeeren. ’k Drong nog ’n zwarte koffie en luisterde naar ’t orkestje dat walsen en luchtige dingen speelde. Toen — met ’n schok door m’n lichaam — dacht ’k: hoe is die melodie ook weer...?... Hoe zing je Pour tant d’amour...? Ja,nou grinnik jij satan!... Maar ik kon ’r niet op komen. Ik neuriede, zong door m’n neus, floot zachtjes... Mis ... Niks dat ’r op leek... Tien, twintig, dertig keer herhaalde ’k de woorden van den koning als-ie z’n minnares aanbeveelt den gewezen kloosterbroeder te huwen — ik perste, gromde, vloekte, draaide op m’n stoel: de melodie was gladweg verdampt.

’k Betaalde, wachtte ’n kleine orkestpauze af, ging op de Duitsche dame toe, die met viool en strijkstok ’t quartet dirigeerde en vroeg ’r vriendelijk hoe men zong: Pour tant d’amour...? Ze snapte ’t niet. Ze had ’r nooit van gehoord. Ze dee stug, omdat ik obstinaat dee en ’r in opspraak bracht — en toen ’k ’r voldoende verveeld had, tikte ze met ’r strijkstok tegen den lezenaar en ’t orkestje speelde ’t Io-vivat, omdat ’r wat studenten bij ’n flesch wijn zaten te fuiven.

Op straat, bij zevenen, zette ’k me op ’n bank van ’t Rembrandt-plantsoen. ’k Wroette met m’n parapluie — ’r zat ’n buitje — door de ingetrapte kiezels — ’k neuriede telkens opnieuw — wond me op — raakte nerveus — zei mateloos geduldig Pour tant d’amour enzoovoort — wat ’k zuchtte en hoe ’k wurmde, ’k kreeg de melodie niet te pakken.

De vuisten ballend dee ’k toen ’t allerbeste wat ’k onder die pech-omstandigheden kon doen: ’k liep naar de telefooncel van den portier van „Mast” en schelde ’n paar brave kennissen op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.