Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



72

Bart (knorrig op en neer loopend). Frans die had ’t an z’n ruggegraat — Karel an z’n nieren — Jaap an z’n hart — jullie, medici verzint elk: oogenblik wat anders — ’n heele collegezaal vol malades imaginaires !

Peter (kalm het hoofd schuddend). Allebei de longen zijn aangetast...

Bart. Wiè beweert dat?

Peter. Ik. Sust nou effen!... Je sputa liegt niet. Voor ’n kleine maand heb ’k ’t onderzocht. En toen dacht ’k — toen dacht ’k — toen wou ’k mezelf wijsmaken — zoo laf ben je — je ivil niet gelooven — toen — bij wijze van — aardigheid — heb ik ’t den prof. laten kijken die vond ’t géméen — die vroeg van wie — van wiè ’t was — en maakte z^n compliment. Verduiveld mal! Je zou ’t ’n mop kunnen noemen... (een stilte). Zeg, kerel, in ’n futtelooze bui flap je ’r alles uit — geef me je woord dat je je mond houdt...

Bart. M’n mond houen!

Peter. Lotte die zou... (werpt zijn zakdoek in H vuur, dan glimlachend). Zie je, zóo doe ik dat. (bukt bij een kastje). En even ’n schoone nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.