57
zie je — je zuster — die heeft je mogelijk — die heeft je in zoo’n tijd niet...
Gaaike. Nee heusch — ik heb geen geheimen juffrouw.
Lotte. Geheimen, nee ... maar toch ... ziet-u ... eventjes maar... ’t Is in ’n oogenblikkie afge-loopen ... ziet-u (schuw af.)
TIENDE TOONEEL.
Peter. Bart. Gaaike.
Gaaike. Heb ik ’r... Is ze boos?
Peter. Hoe kom je ’r op ... Ze is — ’n beetje erg timide — de lieve meid. Dat ’s weer iets van haar — niet Bart?
Bart Ze komt vanzelf wel terug. Dat is 7n heele verrassing, mevrouw.
Gaaike. We zijn van morgen aangekomen. Vader is voor twee dagen naar België — en toen wouen we ... Peter, jongen, wat heb je allemaal gedaan...
Peter. Gedaan, gedaan! Trekt dan niemand van jullie mijn partij?
Gaaike. Hoe wou iémand je partij trekken? Wij hoorden dat je — dat je — met ’n — met