Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



58

’n vrouw van verdachte zeden — excuseer ’t onaangename woord — als man en vrouw leefde. Ik heb gehuild — moeder eiken dag — vader spreekt geen woord — en schrijven mochten we niet...

Peter. God — wat zijn jullie gedwee!

Bart. Pardon — ik geloof dat ’k beter doe...

Gaaike, (lachend) Nummer twee! Blij ft u asjeblief.

Bart. Zooals u wilt. :

Peter. Jullie zijn van ’n tamheid, van ’n onderworpenheid ... Driemaal heb ’k moeder geschreven. Geen letter antwoord...

Gaaike. Vader heeft....

Peter. M'n brieven geopend... Prachtig! ’k Geloof, als-ie jullie ranselde, dat je nog dankie zóu zeggen.

Gaaike. Niet zoo overdrijven, niet zoo eenzijdig praten, lieve jongen, ’s Morgens komen we op je kamer — en alleen wat vuil wasch water. Vader vertelde ons alles — alles van jouen van die —juffrouw. Hij wil je met de politie terughalen. Dat schandaal hebben we gelukkig voorkomen — Jozef en ik — vooral Jozef.

Peter. Dat weet ’k. Hij heeft ’t me geschreven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.