Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



44

gekamerd wordt (Een stilte). Sijn dat je éigen meubeltjes?

Lotte. Nee.

Ant. Ricaudet. Staan se niét op jóuw naam?

Ricaudet. Zijt ge zot ? ’t Is maar ’n gewone chambre garnie — geen stukske van hem, geen stukske van haar.

Ant. Ricaudet (stroever). En hóéfeel krijg je van ’m in de maand?

* Lotte. Dat raakt jullie niet! . . .

Ant. Ricaudet. Eaakt ons dat niet?

Ricaudet. Awel, dat is wat schoons! ’t Is toch uw mama!

Ant. Ricaudet. Se sal mijn wat wijsmake!... Ik ben ook niet van gistere. Laat ’t me niét rake! . . . D’r ouwe rooie bloesie — en d’r sjee-viotje — d’r klungels van vroeger. (nijdig) Gek ben je, stapel-krankzinnig! Dat mot mijn gebeure

op me ouwe dag die laat zich minteneere

door ’n armoed-zaaier.

Lotte. Heb jij geklaagd toen ’k je toestoppen kon? Hebben jullie ’t recht te verwijten, jullie!

Ricaudet. Zal ik oe is wat zeggen: ze is verliefd — ze heeft ’n amant de coeur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.