Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



37

diakenie! God-alle-machtig — je sou se wat naar d’r hersens smijte. Hoor is, meneer — u betaalt niet èn meneer Dobbe betaalt niet — ik kom ’r ook niet met stele an.

Bart. Da’s jammer genoeg. Als we samen nou ’s zoo’n héél klein inbraakje — wat?

Engel. Met lolletjes betaal ’k me slager niet— en me bakker — en me kruijenier...

Bart. Nou, wees maar zoet. Ik ga ’r na ’t ontbijt op uit. Is de boel klaar? Ik heb honger. {Schel). Eenmaal, tweemaal. Ik ben voor niemand thuis, hoor. (af).

Engel. Wie daar? Nee, koopman, niks noodig. Ach kerel, leg nou niet te sanike! Niks noodig. Toe trek de deur dicht! Kijk nou soo’n lammeling — sit je weer met ’n open deur. (Zij sluit de kamerdeur, opent de kast, snuffelt, kijkt in den suikerpot, snijdt 'n stuk van een worst, bergt het in de achterzak, houdt een flesch tegen het licht, snoept een paar lepeltjes van een poi-met-confituur, luistert angstig, werpt snel de kast dicht.)

TWEEDE TOONEEL.

LotteEngel.

Lotte (opgeruimd). Daar ben ’k weer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.