Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



35

hebbe. (trekt in de gang aan een touw) Wie daar? (gillerig) Wie daar? Als je nou denk da’k al die trappe afsjouw (rukt aan het touw) Wie daar? Wat sè-je? Mot je driémaal schelle! (gilt naar boven) Juffrouw! Juffrouw!

De juffrouw-van-drie-hoog. Joe!

Engel. Zq schelle maar weer is verkeerd (sluit de kamerdeur.) Die ’s nóu al in de sij met d^r kale kak. Of se ’t ’r op anleit. Driémaal voor niks an ’t touw getrokke — D’r sijn ’n paar héére voor u gewees.

Bart. De sproetenmeneer ?

Engel. Hoe noemt u ’m?

Bart. Die met de bakkebaartjes en de.... (bootst met den vinger een gebogen neus na).

Engel. Precies. En dan die ...

Bart. Jawel... die lange magere — hou maar op. Heb je ze ’n paar maanden uitgesteld ?

Engel. Die lange heit wat ’n schandaal geschopt — en ik krijg de naam.

Bart. (bij de balkondeuren) Stakker. Zij krijgt de naam.

Engel. En me boekie, meneer ...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.