IV
„muur opgetrokken, een muur van machtsinvloeiden om het tooneel het nieuwe leven, de „nieuwe beschouwingen, de nieuwe w ij s-„begeerte te ontzeggen. Vandaar de door „wétten gereglementeerde muf heid van ons tegenwoordig tooneel. Willen dramatische auteurs „daaraan ontkomen, dan hebben zij te trachten „met zekeren tact (d.w.z. verstandelijk over-„leg tegenover de m a c h t-hebbenden) de werkelijkheid te benaderen, niét de „werkelijkheid” „van ’n „Théatre libre” of van Duitsche „modernen”, maar het leven in al z ij n v e r-„schijnselen zooals wij het waarnemen, het „leven ontdaan van zijn schijn, zijn bedrog, „zijn oppervlak. Roer de eerste de beste werkelijkheid aan en ge wekt belangstelling, ge „hitst op, doet meespreken en meeleven” — bestond de mogelijkheid dat mijn inzicht onjuist, mijne beschouwing ’n jeugdig theorietje zou blijken. Thans waag ik het mijn denkbeeld met aandrang te herhalen. Tusschen het poezelig knollentuintje van larmoyante geheel-onthouders die zich van het „kunstloos” tooneel terugtrekken en de minder smakelijke mestvaalt van gewoon tooneel-gedoe, ligt een onbegane weg van toegewijden, eerlijken, practischen arbeid, een weg die onafwijsbaar naar de herleving van een oorspronkelijk en