18
Moeder Dobbe. En bevalt ’t je bij die Juffrouw Engel,..
Bart. Enkel Engel, mevrouw.
Gaaike. Ja, je ben wel druk aan 7t verhuizen geweest in de laatste maanden ...
Bart. We wonen nu samen. Hij voor en ik achter. Hij bij z’n botjes en preparaten — ik — ja eigenlijk bij wat? Die Engel is ’n braaf mensch. ’s Morgens brood met zoete melksche ...
Peter. Leidsche ...
Bart. Om den dag zoete melksche en Leidsche en voor 5n verandering Leidsche. Om twaalf uur geldersche worst. . .
Peter. Boterhammenworst...
Bart. Ook om den dag — en ’s Zaterdags Zwitsersche kaas, Da’s héél lekker mevrouw.
Gaaike (glimlachend). En ’s middags?
Bart. ’s Middags? Maandags rooie kool, lapjes en ’n wentelteefje — Dinsdags savooiekool met gehakt — o, dat gehakt van de Pijp! —Woensdags zuurkool met worst en ’n wentelteefje. — Donderdags witte kool met lapjes en ’n flensje. — Vrijdags stokvisch met mosterdsaus en ’n wentelteefje. Zaterdags ...
Peter . . . Savooiekool met gehakt — en gries ...
Bart.. . Zondags, sóép mevrouw — vermicelli-