17
Peter. Zeg ’r maar bij acht jaar. Da’s ’n betere introductie.
Bart. Je vergist je — négen.
De jonge pastoor. Dan zult u ’t Burgerlijk Wetboek wel haast kennen.
Bart. ’t B. W. is als wijn, mijneer. Je doet verstandig ’t ’n tijd te laten rusten. Hoe meer stof hoe excellenter.
De jonge pastoor. In ’n goéie kelder en goed gekurkt. Soms wordt ze zuur.
Bart. ’t B. W. is zuur vóór je’t kurkt, mijneer. Mag ik me even warmen mevrouw?
Gaaike. Schuif u wat bij den haard.
Peter. En zoo niks veranderd. En bloemen op tafel. En... Bart knoop je vest los. ’r Moet wat gebeuren. We zullen Engel missen .. .
Gaaike. Wie is Engel?
Bart. Engel, mevrouw, dat’s onze juffrouw van twééhoog in de Pijp ...
De jonge pastoor... De Pijp ?
Bart. De Pijp dat is — wat is de Pijp Peter?
Peter. De Pijp — da’s de Pijp — da’s waar de studenten wonen en de... ’n stuk van de nieuwe stad, Jozef.
2