Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



hebben, ’n Klap is zoo grof, zoo duidelijk voor iedereen.

De jonge pastoor. Geef me nou je hand, m’n kind — ik zeg maar kind — mal hè — terwijl we zoo weinig verschillen.

Gaaike. Nou ’k eenmaal begonnen ben, zou.’k wel uren lang met je willen praten. Jij ben de eerste .. .

De jonge pastoor (droomerig). De zonde van de ouders....

Gaaike. Mijn zonde ? ...

De jonge pastoor (droomerig). God alleen wéét.. . Je mag niet meer zoo wrééd spreken, als straks, over Lientje en ... Wor niet slecht door je verdriet. Je was altijd ’n dappere meid. (glimlachend) Jij — jij — dorst ’t eerst de donkere kamer binnengaan als Peter en ik bang waren. — Jij heb — toen — Klaas z’n roeiboot van de ketting losgemaakt — en — en — hahaha! — Lach je nou of huil je nou?

Gaaike (zacht-glimlachend). Huilen kan ik niet meer, Jozef. Soms denk ;k dat ’n bóel vrouwen ’t niet meer kunnen.

De jonge pastoor. Ho-ho-ho! — Zie je —toen ’k gistermiddag hier aankwam — en naar je keek als je niet naar mij keek____

Gaaike. Dat heb ’k tèlkens gevoeld....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.