Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



135

Gaaike. Heb je ’r? ... (schreiend) O, vadertje, wat gemeen — hij hield zoo van ’r.

Dobbe. (woest) Hou je mond!

Gaaike. Hij kon geen uur buiten ’r — en nou doe je dat — terwijl hij daar ligt...

Dobbe. ’k Weet wat ’k doe.

Gaaike. (schreiend) Hoe kon je ’t! Ze was zoo goed en zoo zacht. — Nou durf ik niet meer binnengaan.

ACHTTIENDE TOONEEL.

De vorigen. Bart.

Bart. U hier ?... Ik condoleer u mevrouw — meneer.

Gaaike. (schreiend) Hij heeft ’r weggejaagd ... Bart. Wiè ?

Dobbe. Die meid!...

Bart. Heb je ... Is Lotte?

Dobbe. Goddank — ze is vórt.

Bart, (driftig) Met welk recht heb jij meneer. Dobbe. Met welk récht?

Bart. O — pardon, ’k Verspreek me (loopt nerveus op en neer; weer driftig). Meneer, je bent ’n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.