Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



7

De jonge pastoor. Je tóbt, Gaaike.

Gaaike. Ik tob niet. Wor je al warmer?

De jonge pastoor (knikt). Schrijft-ie je nog*? Nee? Kind, kind — waarom ben je zoo gesloten ?

Gaaike. Begrijp je niet dat ’t pijn doet — als jullie...

De jonge pastoor. Jullie? Heb ik ’t je ooit lastig gemaakt? En dan nog? Vertelde je niet alles — toen we kinderen waren? Ik heb hééle scherpe oogen. Je durft hier met niemand spreken — met vader ‘ niet — met moeder niet. Praat is uit...

Gaaike. ’t Is toch afgeloopen. Ik wen ’r wel an.

De jonge pastoor. Ik dacht dat je eerlijker was.

Gaaike. Eerlijker ?

De jonge pastoor. Ik zeg je: ’t is niét voor je afgeloopen. Biecht nu eens op — nee, aan je bróér. — Er is meer voorgevallen.

Gaaike. En als ’t zoo was? ’t Is uit, Jozef.

De jonge pastoor. ’n Huwelijk is nóóit uit.

Gaaike. Ik bén toch nog getrouwd. Jongenlief praat ’r nou niet meer over. De kinderen zijn dood — ’t is uit — uit.

De jonge pastoor. Als ze waren blijven leven zou ’t nooit tusschen jullie gebeurd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.