75
Wat te duivel heeft ’r in je hersens gespookt? (dito) Hoe mot ’t nou, meneer? Hoe mot ’k je gedrag verantwoorden — bij de bataljonsstaf ? — Bij ’t kader, meneer, zijn we zulk ’n — ja, zulk ’n schandelijk gedrag niet gewend, neè meneer, (dito).
Hoek. Je heb vanmorgen formeel geweigerd, meneer.
Mari (aarzlend) — Kaptein — ’t spijt me — dat ’k — zoo ondoordacht — zoo opgewonden — m’n — m’n...
Brand ... Je plicht als officier ...
Mari ... M’n plicht als officier — vergeten heb. Ik had gemoedsbezwaren, kaptein .. .
Brand. Eerst gehoorzamen, meneer — vóór alles gehoorzamen, meneer — Gemoedsbezwaren! — Gemoedsbezwaren! — Wat te duivel gaan me je gemoed en je bezwaren an? — Op m’n woord van eer, als ’k niet zoo’n respect had voor je vader, die in Indië de eer van onze vlag heeft opgehouen — en niet zoo’n vrindschap voor je schoonvader — dan bracht ’k je zonder consideratie voor den krijgsraad. Wat?
Mari. U heeft gelijk, kaptein.