ook vreedzaam, héél vreedzaam. Als jij ontslag neemt.. .
Mari... ’k Wou dat ’k ’t kon — dadelijk .. .
Frans. Voor jou honderd andren! Kwestie van eten. Nee, ik spot niet. In ’n tijd, waarin ze alles betalen, is ’t niet meer dan billijk én gewoon dat ze van de „verdediging van Land en Haard” gesalarieerde postjes maken. Smijt de miljoenen maar in de kiebelton! Wel ja! Hier, daar overal. Au de sigaar die je rookt, zit de ellende van onbekende individuen. An de lucifer die ’k af strijk, zit god weet wat ’n ellende van — onbekende individuen. Je schrijfpapier komt uit fabrieken, je boeken hebben typographen gezet — allemaal onbekende individuen. Je kan je niet roeren of je voelt, ziet, tast de misdaad — niet de misdaad waarvoor cellen klaar staan — maar de algemeene, de béschaafde, de normale misdaad, de vertrapping van individuen, zooals jij en ik. Draag jij gerust 7n uniform! ’r Zijn gróótere wegen dan ’t bedanken voor ’n baantje, datje nöodig heb — dat erken je zelf.
Mari. Jij praat ’r zonderling cynisch over, Frans.
Frans (driftig). Cynisch ... Wou je dat... (even grimmig op en neer loopend) Werther! .. . Werther! In me jonge jaren heb ’k ook die buien van woede en haat gekend, heb ’k wel gezeten met