SABBATH. 79
vrijwillig. Alle bijbelsche verhalen van kracht, lichaamssterkte, deden hem schuchter bedenken dat kleere-negotie, geld schieten op goud, zilver, taleithem, naaimachines — en sjaggeren-in-diamanten wat-ie soms ook deed, veiliger was dan getrek door woestijnen. Voor een huzaar gevoelde hij ontzettend respect, voor ’n-hoezaar-te-paard. Handel was zeker en rustig, vechten goed voor de gojjiem. ’n Jid maakte zich niet de zappel. Hij was overblij dat de joden niet meer te oorlogen hadden, dat ’r zoo weinig rissches in Amsterdam, dat Holland ’n vergeten landje was. Klam kamertjesleven met de kachel daar, de alkoven daar, de lamp daar, de tafel daar, gaan van keldertje naar kamertje, van kamertje naar keldertje, zachjes-an negotie drijven, meubeltjes geassureerd èn politie in de buurt, omsfeer-de hem van af éérste denkjaren. Zijn hersenen waren als zijn gezicht, klein, petieterig, vaag, zonder gemarkeerds. Gespierd jodenvolk, for-sche Hebreërs, weg brekend door woestijnen,