‘Dat zal toch wel een beetje meevallen.'
'Het is echt ontzettend. En die rottige operatie ook.'
‘Je hebt er anders lang genoeg mee rondgelopen.'
‘Misschien pak ik morgenochtend wel gewoon mijn spullen en ga ik weg, als ik het te eng vind.'
‘Nee, dat doe je niet. dat laat je uit je hoofd. Het zijn maar amandelen. Je vraagt gewoon om een pil als je vannacht niet kunt slapen’, zei Joost op dicteersnelheid.
‘Kijk. Joost, daar komt een smeris aan. Wat komt die hier doen?'
Er verscheen een agent met een geelblonde hangsnor in de deuropening. Hij hield in zijn ene arm een grote boodschappentas en op de andere een baby. Een peutertje racete de zaal in. De politie-agent zocht met zijn ogen de zaal af. bed voor bed. Zijn blik bleef rusten op Jacqueline. die net achter de deur lag. Toen ze elkaar zagen, begon hij te lachen en zijn snor week uiteen. Hij legde zijn pet op het nachtkastje van zijn vrouw. Uit de tas haalde hij een roodgeruit tafelkleed, dat hij op haar bed uitspreidde en daarop stalde hij de meegebrachte maaltijd als een picknick uit. Zwaantje en Maria keken elkaar lekkerbekkend aan.
Zwaantje had afscheid van Joost genomen alsof ze elkaar niet zouden weerzien. Met de radio die Joost op haar verzoek nog had meegenomen, deed zij niets.
‘Ze hebben een laparoscopie gedaan.'
Zwaantje keek opzij waar het geluid vandaan kwam. Het was haar buurvrouw in het rechterbed.
Niet echt geïnteresseerd trok Zwaantje haar wenkbrauwen op om te laten zien dat zij het niet had verstaan.
‘Een kijkoperatie, om te zien of mijn eileiders goed doorgankelijk zijn. Dat blijken ze dus niet te zijn. Misschien moeten ze worden geopereerd om ze weer open te maken. Ik zal nooit zo maar in verwachting kunnen raken.’