Het kind! Sinds Zwaantje in het ziekenhuis was gekomen, had zij nog niet aan haar eigen kind gedacht. Hun kind, dat zou worden geboren als zij eenmaal zwanger zou worden. Prompt zag zij weer voor zich hoe hun toekomstige kind eruit zou komen te zien en hoe het zat te spelen op het gras.
‘Misschien kan ik nooit een eigen kind in de ogen kijken!'
Hoe theatraal, dacht Zwaantje. Zijzelf zou dolgelukkig zijn als zij in verwachting zou raken. Een kind was meer dan welkom, maar het was graag of niet. Een neusoperatie was al erg genoeg.
'Ik probeer het zelf al bijna een jaar', zei Zwaantje als troost tegen haar buurvrouw.
‘Dan moet je je maar eens laten nakijken', was haar bitse antwoord.
‘Het is al een ramp dat mijn amandelen eruit moeten. Voor de derde keer. ’
De buurvrouw verbrak het contact door haar hoofd af te wenden.
Zwaantje hoorde hoe de andere patiëntes regelmatig ademden. Omstreeks middernacht vroeg zij de nachtzuster om een slaappil en na uren te hebben gesluimerd, viel zij uiteindelijk in slaap. De volgende ochtend werd zij gewekt en kreeg als ontbijt een valiumtabletje aangeboden, dat zij innam. De medicijnen haalden haar over de grens waardoor zij de controle over haar gedachten verloor, maar toch net bij bewustzijn bleef.
‘Gaat u met ons mee, mevrouw De Vries?'
De stem van de verpleegster had van veraf geklonken. Zij hoefde haar ogen niet te sluiten om te voelen dat de trein schommelde en bonkte, Nog even en zij zou zich laten meevoeren. onder de poort door waar een wissel de rails splitste. In haar droom mocht zij zelf kiezen welke weg zij nam. De ene leidde naar de dood, de andere leidde naar de dood.
Zwaantje gleed verder, nu door koele gangen. Zij verloor
8