van de huisarts. Met zichtbaar plezier onderwees hij zijn patiënte hoe zij de spuit moest vullen en zichzelf injecteren.
‘Suikerpatiënten doen dit jaar in, jaar uit. Het kan heus geen kwaad.'
Dat hielp Zwaantje over het dode punt heen te komen. Met precieze bewegingen reinigde zij de poreuze afsluiting van het flesje met een in alcohol gedept watje. Ze duwde de naald er doorheen en vulde de spuit tot het aangegeven streepje. Toen stak zij de naald in de lucht, perste de zuurstof uit de houder en controleerde de hoeveelheid vloeistof. Met haar duim- en wijsvinger nam zij onder de navel een plooi van haar huid, die zij eerst had gedesinfecteerd. In haar rechterhand lag de spuit. Met de scherpe punt van het salmiakvormige uiteinde naar haar buik gericht, drukte zij de holle naald eerst tegen en dan, heel langzaam, door haar vel heen, tot ze geen weerstand meer voelde. Beheerst duwde ze de vloeistof uit het reservoir.
Heel goed', complimenteerde de huisarts.
Voorzichtig trok ze de naald uit haar huid en gooide het ding in de afvalbak.
59