Hij omvatte Zwaantje met beide handen.
‘Honderd procent in verwachting', constateerde hij. Zij lachten elkaar met hun ogen toe. Voor het eerst in lange tijd hadden zij echt zin in elkaar.
De wachtkamer van de gynaecoloog zat vol met zwangere vrouwen. Sommige aanstaande vaders probeerden er begripvol mede-zwanger uit te zien, maar het gros zat sullig naast de dikke buik van hun vrouw' met haar schoudertas op zijn schoot.
'Mevrouw en mijnheer De Jongh, kamer twree', raspte de luidspreker.
Haastig pakten Joost en Zwaantje hun spullen en gingen de spreekkamer binnen. Te verlegen voor zijn leeftijd en status glimlachte de dokter naar hen. Zwaantje wist niet of het onbevangenheid of een pose was. Ze gaf hem het voordeel van de twijfel en vatte ferm zijn uitgestoken hand.
‘Wat kan ik voor u doen?'
Zwaantje gniffelde en liet Joost aan het wroord.
‘Eigenlijk niets, geloof ik, dokter. Ik bedoel: ons probleem is waarschijnlijk al opgelost.’
Joost zat met rechte rug op de rand van de hardblauwe bezoekersstoel en schoot zijn pijl.
‘Mijn vrouw is al in venvachting. ziet u. ’
‘Dat zou mooi zijn. Eén op de tien vrouwen die hier op het consult komt in verband met vruchtbaarheidsproblemen, is zwanger. Misschien uit schrik voor het onderzoek.' De arts lachte weer verlegen. ‘Ik kan het anders niet verklaren, om het zo maar eens te zeggen. Hebt u misschien toevallig een flesje ochtendurine meegenomen, mevrouwt'
Triomfantelijk viste Zwaantje een jampotje uit haar tas.
‘Ik zal het cito laten onderzoeken. Dan zien wrij elkaar straks terug.’
13