Kinderdroom

Door ontkennend met haar hoofd te schudden beduidde mevrouw' De Vries dat haar dochter een voorvalletje had gemist.

‘Ik kan het niet navertellen, zoals die Lientje naar Lot keek en zij alletwee stonden te stampvoeten.'

De ruzie tussen de peuters was inmiddels weer gesust door de respectievelijke moeders en dankzij de bemoeienissen van de overige volwassenen opnieuw ontvlamd.

De heibel stond op het punt naar de andere kinderen over te slaan, toen Joost door de andere deur naar binnen kwam. Hij glimlachte vaag naar niemand in het bijzonder. Hij hielp Zwaantje, die als een koorddanseres tussen kinderhandjes en losse stukken speelgoed manoevreerde, met het ronddelen van de gevulde kopjes, bekers limonade en taart, en installeerde zich met zijn thee op een gemetseld stuk steen bij de haardplaats naast een stapel Donald Ducks.

De sjabbeskaarsen waren opgebrand. Zwaantje sloot de voordeur af en deed alle lichten uit. De kinderen van Joost, die om het weekeinde bij hun vader kwamen logeren, lagen op hun gemeenschappelijke kamer te slapen. De oudste snurkte op zijn rug en het meisje sliep vol overgave op haar zij. In het echtelijke bed lag Joost te lezen. Hij legde zijn boek opzij. Ze vrijden op een prettige manier, al hoopten beiden, net als bij de voorgaande keren, te veel op een zwangerschap om er echt iets bijzonders van te maken.

's Morgens werd Zwaantje wakker met een lichaam dat totaal anders aanvoelde dan toen zij was ingegeslapen. Haar huid zat als een vlies over veel zacht vlees gespannen. Ze stompte Joost wakker.

‘Moet je mij voelen! Ik ben zo zwanger als een tomaat.'

‘Wat moeten wij dan tegen die gynaecoloog zeggen?' reageerde Joost ontzet. ‘Wij staan daar voor aap.'

12