‘Gewoon, een van de kinderen begon je al snel zo te noemen en jij zei het hun na.'
‘Was het als koosnaam bedoeld?'
‘Ja, natuurlijk.’
‘Maar waarom bleef iedereen mij na de kleuterschool zo noemen? Het is zo onpersoonlijk. Alleen maar functioneel. Nu kan ik het nauwelijks meer veranderen omdat iedereen mij met die naam kent.’
Moeder schonk kokend water op de koffie en draaide het gas onder het melkpannetje hoger, zodat beide precies gelijktijdig klaar zouden zijn.
‘Wees alsjeblieft niet zo ongezellig om ook nog te gaan afdrogen. Trouwens het nieuws begint en dat wil ik niet missen. Er zijn vanmorgen vroeg weer toestanden in de stad geweest.'
Er werd op het nieuws ruim aandacht besteed aan de ontruiming van een kraakpand in de Amsterdamse binnenstad. Ze keek geconcentreerd naar de beelden en hoorde niet dat haar moeder de laatste pagina van De Volkskrant opensloeg en bij de kolommen van de televisieprogramma’s keek wat de avond haar nog verder te bieden had.
Toen de nieuwslezeres een ander onderwerp aankondigde, keek ze naar haar moeder.
‘Zal ik de teevee maar uitzetten?'
‘Dat is goed, er is verder toch niets, vanavond.’
Zwaantje stond op om de televisie uit te zetten.
‘Mam, deden die journalisten, die met hun gele perskaarten vlak bij de agenten stonden, je niet denken aan mensen met gele sterren op hun jas?’
De zin was er goed uitgekomen. Gewoon belangstellend, niet ondervragend. Voor Zwaantje bestond de oorlog uit foto's en fragmenten zonder geur, kleur, geluid of tijdsduur. Voor haar moeder lag dat anders. Moeder had op de kleurentelevisie beelden gezien die zij zeker zou associëren met wat haar dochter tot dan toe uitsluitend in zwart-wit had waargenomen.
102