straten van de hoofdstad van Medië en Perzië, toen ook aan weerszijden van den weg de menschen eerbiedig neerknielden!
Zóó baande honderden jaren later ook Mordechai in Susan den weg voor den God van Israël! Ja, den weg voor God. Want honderden en honderden der Meden en Perzen werden toen Joden en lieten zich opnemen in den bond van Abraham!
Zóó zal eens Gods laatste boodschapper door de wereld gaan en overal, overal zal ieder eindelijk den God van Israël erkennen. Dan zal er één gedachte door aller zielen gaan! Dan zal er één wil door aller harten stormen. De wil om Jood te worden. De wil om Hem alleen te dienen, Die de wereld geschapen heeft!
Ja, dat alles zag Jozef, Jakobs droomen-kind, dat daar als eenige Hebreër in gansch Egypte-land tusschen de gebogen gestalten van een volk reed, een volk, hem geschonken, door den koning van Egypte, lang vóórdat zijn eigen volk geboren was!
II