AANTEKENINGEN
Namens Mevrouw Kisch wil schrijver dezes gaarne dank brengen aan diegenen, die door het verstrekken van inlichtingen en het ter inzage geven van stukken aanspraak mogen maken op haar erkentelijkheid. Dit geldt met name voor de ambtenaren van het Gemeente-Archief, de conservator van het Rembrandthuis, de heer M. Muller en de heer H. Beem te Leeuwarden, die o.m. de transcriptie van de Jiddisje pagina verzorgde.
J. M.
bij pag. 9. „minhogiem” = gebruiken
Tsoum Gedalje — vastendag van Gedalje (op 3 Tisjri)
Jom Kippoer = Grote Verzoendag
Gevatterin, vrouw die het jongetje vóór de besnijdenis naar binnenbrengt (mnl. Gevatter = de man, die het jongetje tijdens de besnijdenis op de knie draagt).
bij pag. 10. „Mammélosjen” = moedertaal
Rebbe Jokej Content 1818—1898. Eigenlijk R. Jacob Mozes Content. Over hem schreef Arn. Druyff in De Vrijdagavond van 16 Oct. 1931 (VIII, 29).
Onder „Skatingring” verstaat men een ring, die gebruikt werd op een kunstijsbaan.
Gemore = Talmud
De uitspraak „ma touwoe” etc. vormt een parodie op de bekende woorden van Bileam (Numeri 24 : 5): „Hoe schoon zijn Uw tenten Jacob, Uw woningen Israël. Zie voor een typering van Rebbe Jokef bijv. Sani van Bussum: „Een Bewogen Vrijdagmiddag op de Bree-straat 33 enz.
Voor zijn gebrekkige kennis van het Nederlands is instructief een eigenhandig geschreven opstel, dat hij (met nog enkele andere Seminaristen) in 1837 moest inleveren, in opdracht van Dr S. J. Mulder. Het handelt over Regulus en Albrecht Beijling en is een kostelijk literair product.
Rabbenoe Gerschom ben Jehuda ( ± 960—1028) „Meor hagola” (licht van de ballingschap) was uit Lotharingen afkomstig. Zijn Takkanoth werden bindend voor de Joodse wereld. Overtreding werd gestraft met excommunicatie („cherem van Rabbenoe Gerschom”). Een van deze ,jierorderingen” had betrekking op de polygamie. Een andere
57