Zichronot - Herinneringen

Toen nu gemelde Duitsche zoogenaamde Rabbijnen wezentlijk op den 15 Julij 1.1. te Frankfort a/M. hunne tweede vergadering hielden, heb ik het al dadelijk van mijnen pligt geacht, ter eere van God en deszelfs leer, daarentegen te protesteren. Ik heb dus geen moeite te zwaar geacht, om, niettegenstaande mijnen hoogen ouderdom van ongeveer tachtig jaren, onder hulp des Almogenden, en op Zijne ondersteuning vertrouwende, naar Frankfort a/M. te reizen, ten einde mij van hunne verderfelijke pogingen te overtuigen. En thans voel ik mij genoopt u, mijne broeders in het waarachtige geloof bekend te maken, hetgeen ik aldaar verrigt heb; met de bede, mij voortaan met uwe hulp bij te staan en tot het heilige doel dat ik mij voorstel mede te werken, ten einde alle geloofsgenooten op het pad der deugd en dat van het waarachtig Israëlitisch geloof te leiden en te behouden.

Veroorlooft mij, u daarbij onder het oog te brengen, hoedanig deze onheilbewerkers het geloof hunner vaderen zoeken te verzaken, en op welke wijze zij hunne broeders op den weg des verderfs pogen te brengen.

Indien wij de verschillende verdeeiingen en afscheidingen van andere gezindheden beschouwen, zien wij al dadelijk dat zij, bij hunne afwijkende of vreemde stellingen, eene nieuwe secte of gemeente, op zich zelve staande, zoeken uit te maken, die met de terugblijvenden niets gemeens heeft, ten einde de eene partij zoo wel als de andere, hare Godsdienst, naar haar oordeel ingesteld, ten uitvoer kunne brengen en dezelve ongestoord verrigten. Zoo ontstonden de gereformeerden, de remonstranten, en in Duitschland, de Duitsch-Katholijken of aanhangers van Ronge; en daarom werden deze sec-ten door hun regerende vorsten inderzelver pogingen niet verhinderd. Beschouwen wij echter thans de verrigtingen van de opgenoemde gewaande Rabbijnen, dan zullen wij zien, dat deze geheel anders handelen. Trouwens zij begeeren niet, met hunne geopperde veranderingen en instellingen op zich zelven te blijven, maar zij zoeken al hunne broeders in het verderf mede te slepen, en hen van den weg der ware en zuivere Mozaïsche leer af te brengen. (Men leze slechts hunne verslagen.) En wat zal en moet de uitkomst van dit alles zijn? Oneenigheid in de maatschappij, onbeschaafdheid, godverzaking, verwerping van het voorvaderlijke geloof, en eindelijk zedeloosheid.

Na u, mijne waarde geloofsgenooten, deze korte opmerkingen voorgesteld te hebben, acht ik het mijnen pligt, u met de middelen bekend te maken, welke ik begonnen heb in het werk te stellen, en welke, gelijk ik hoop en vertrouw, door u verder ten uitvoer zullen worden gebragt. Gij zult nu zien wat ik tot dusverre, gedurende mijn kort verblijf te Frankfort, gedaan heb, om de besluiten dezer ver-

51