Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



schief”. Uit dit verhaal blijkt misschien, dat mijn grootvader — zoals vele Joden uit die tijd — niet in de spiegel wilde kijken.

In zijn woning aan het Waterlooplein, naast de kerk, ben ik vaak geweest; de drukker Mendes Coutinho was zijn buurman. Grootvader was toen voor de tweede maal getrouwd. Van het gezin herinner ik me weinig of niets. Wel weet ik nog, dat zijn vrouw geen bandeau droeg, maar een zwart zijden lint met in het midden een wit stik-steltje als scheiding. Typerend voor het isolement, waarin de Joden toen leefden, is het volgende volgende verhaal. Toen een van zijn schoondochters was gestorven, werd een van de kleinkinderen tijdelijk bij Rebbe Jesaja ondergebracht. Het was een lelijk jongetje. Toen één van mijn broers de stoute opmerking maakte: „Je lijkt wel een Chinees”, reageerde grootvader: „Gas wesjolem - een mens een Chinees?”

Bij zijn lewaje stonden vanaf zijn huis de schnorrers, zijn trouwste vrienden, en haie langs de weg. Hij werd langs een omweg naar de sjoel gedragen. Het Waterlooplein was nog niet gedempt. Langs de tiffele wilde hij ook na zijn dood niet; hoe vaak vertelde moeder ons, dat Rebbe Sjaje altijd met een omweg langs de Mozes en Aron-kerk manoeuvreerde. Maar toch moet ik hier vermelden, dat de pastoor mijn grootvader melawwe is geweest. Die pastoor was Ja-cobus Burgmeijer, die later (ik was toen al 25 jaar) zijn groot jubileum heeft gevierd ter gelegenheid van zijn kwart-eeuw pastoraat in Amsterdam. „Vaër Burgmeijer” zoals hij zelfs bij de Joden bekend was. De Joden uit de buurt hebben hem o.a. een leunstoel aangeboden en er was een geweldige zanghulde op de (toen al gedempte) Houtgracht, die ik nog heel goed in zijn oorspronkelijke staat heb gekend.

Mijn moeder had nog een grootmoeder, de vrouw van Rebbe Schmoel Bas, die op haar 14e jaar getrouwd was en aldus op haar 32e grootmoeder was geworden, zodat ze nog wel tien jaar lang met haar kinderen tegelijk kinderen kreeg. Haar jongste kind was postuum; zijn naam is in mijn jeugd op ieders lippen geweest: Samuel Abraham Hirsch. Toen hij 15 jaar oud was heeft hij een aanslag gepleegd op de „gesjmadde” missionaris Schwartz, in Salvatori. Om dit verhaal goed te begrijpen moeten mijn lezers weten, dat in mijn jeugd en daarvóór Amsterdam het centrum was van een grote sjmad-actie. Tot de beruchtste zendelingen onder de Joden behoorden de gedoopte Joden: Pauli en Dr. Schwartz. Pauli had men ook al eens te pakken gehad. Bij een begrafenis heeft men hem uit een volgkoets gehaald en — zoals men toen zei — „attelemise” geslagen. Bij ons

24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.