Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



van gelden ten behoeve van behoeftige Israëlieten in Palestina, gevestigd is te Amsterdam en den naam draagt van:

„Pekidim en Amarcalim der Israëlietische Gemeenten in het Heilige Land”.

Awroom Prins was een van de vooraanstaande orthodoxe Joden uit het Amsterdam van de vorige eeuw. Vooral toen de Reform-Rab-bijnen uit Duitsland probeerden het oude Jodendom aan te vallen, stond mijn overgrootvader op de bres. Hij heeft eens in Frankfurt an Main in de gevangenis gezeten, omdat hij een vergadering van de Reform in de war geschopt heeft. Daaraan herinnert nog de Hartelijke Toespraak aan alle zijne Israëlietische Broeders, in welke landen zij zich ook bevinden mogen, in 1845 te Amsterdam verschenen en aan deze herinneringen als bijlage toegevoegd.

Als bestuurder van het Seminarium ging Rebbe Awroom wel eens op audiëntie bij de koning. Eens toen hij met de koning stond te praten speelde hij met een knoop van ’s konings jas, waarop een kamerheer toesnelde. Maar de koning zei: „Laat maar, ik ken die patriarch al vele jaren”.

Er bestaat een boek van Dr L. B. Perel, de uitgever van het Onafhankelijk Israëlietisch Orgaan voor Nederland, dat getiteld is Episode uit het Leven van R. Awroom Prins, en waarin o.a. voorkomt een legende van het huis met de bloedvlekken, Amstel 216. Mijn vader zei altijd, dat dit boek bijna helemaal op „sjkorem” berustte. Wel is het waar, wat Dr Perel schreef, dat Awroom Prins een drukbeklante kruidenierswinkel bezat op de hoek van de Uilenbur-gersteeg en Jodenbreestraat. Thuis hoorde ik altijd vertellen, dat hij, ondanks zijn grote clientèle, bang was, dat het hem „wel eens zou kunnen tegengaan”, en om nu verantwoord te zijn tegenover zijn gezin had hij een Sjammesjbaantje aangenomen in een of andere sjoel in Amsterdam, ik geloof Vlooienburg. Maar — zo vertelde vader — Reb Awroom kon zich in dat baantje moeilijk thuis vinden en hij kocht wel eens een „mitswe” voor de neus van de pames weg. Hij was bovendien „Splitter” bij de Staatsloterij. In zijn gastvrij huis was iedereen welkom. Vooral ook de arme geleerde Joden uit het Oosten in hun vreemde kledij.

Er kwamen in die jaren veel „Pollakiem” naar Amsterdam, die ook in het milieu van de Lehrens zeer gezien waren. Menigeen bleef hier in Amsterdam wonen en werd een geëerd lid van de Joodse gemeenschap. Vaak ook kon men later opmerken, dat deze Oost-Joden — die na 1881 vooral in de omgeving van de Nieuwe Kerk-

12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.