waarby men den smaak en het sap van het dier in zyn mond krygt, zonder die duizend en een smaakjes, geuren en kruideryen waarmede een fransehe kok meent de natuur te moeten helpen. Aan den smaak en het gezigt van een goeden holla?2dschen aardappel wanhoop ik in dit land; ik doe er dan ook met een bloedend hart voor anderhalf jaar afstand van. In uyen en knoflook zyn ze sterk; de hotels ruiken er naar. Groenten heb ik weinig geproefdy tot nu toe ten minste; gevogelte des te meer. Gy staat versteld, wanneer gy die menigten van geplukte duiven, kippen en kalkoenen op de markten ziet, gelyk trouwens het zien en doorwandelen van zoo'n belgische of fransche markt voor een hollander een interessante uitspanning is. In de meeste steden treft men zoo’n overdekte markt aan; een uitgestrekt plein door bogen van glas en yzer overspannen, aan de zyden open of ook wel zoo als in Brussel geheel in den vorm van eene reusachtige oude doopsgezinde kerk, met een galery in H rond. Te Parys is die markt, les halles centrales, reusachtig groot. Nu, daarheen brengt de slager zun vleesch en hangt het zoo verleidelyk mogelyk ten toon; de vischvrouw spreidt er hare waar op banken uit; ganse he ryen van stalletjes buigen onder het ge-wigt van allerlei groenten, stapels appeleny peeren en sinaasappelen lagchen u toe, want ze zyn zoo geestig en bevallig geschikt, dat ze daar voor hun pleizier schynen te liggen, wat verder verkoopen ze brooden zoo groot als een jongen van drie jaar en kaas van de ronde Edammer af tot de platte fromage de Bri toe.
92