Voeg er by, dat gewoel van de bewegelyke, levendige menigte van mannen en vrouwen, dames en meiden die loven en bieden, de sprekende gebaren van dat volkje en gy hebt een tooneel uit het volksleven voor u zo als wy by ons te vergeefs zullen zoeken.
Onwillekeurig ben ik van het land en zyne producten tot de menschen af gedwaald. Voor ik u over de heeren der schepping meer vertel, nog eene opmerking over hunne trouwste en beste dienaren. Te Bordeaux weder voor 't eerst, maar anders in geheel Frankryk en Belgie heb ik geen magere, af gebeulde paarden gezien. In Belgie zyn de paarden klein van stuk en draven slecht, maar in Frankryk, zyn ze wat de werk en diligence paarden betreft groot en zwaar en wat de ry en koetspaarden aangaat, fyn en sierlyk gebouwd. Maar allen zyn ze goed in ’t vleesch. Hoe dat zoo komt weet ik niet; misschien wel eten ze de oudjes op en heb ik reeds meegeholpen om in een restauratie een of ander gebraad d F ouwe knol te or-bereny misschien geven ze de beesten uit berekening,, een rusttyd zo o dra ze minder beginnen te worden. Nog in een ander opzigt verschillen die dieren van de onze. Het grootste deel der fransche paarden is wit; tegen één bruin wel zes of zeven schimmels en witte; en zestien van laatstgenoemde zyt gy voorbygegaan eer gy een zwarte ontmoet. Dit geldt intusschen vooral van de werkpaarden; de koets en rypaarden vallen voor H meerendeel in H bruin van H voskleurige af tot het muisvale toe.
In Bordeaux hebben ze eene vreemde gewoonte.
93