ik hoop, dat gij nog veele jaren tot Uw genoegen en, beste Vader, tot het geluk van de Uwen moogt doorleven.
Hoevele daden heb ik wel dit jaar weder gedaan, die mij berouwen, U smart aandoen moeten, dus tegen mijnen pligt strijdig zijn! O, hoe smarten mij die thans! Ik beproef nog eens, hoewel met een zwakken moed, U tot vergeving te bewegen. Beste Vader, wilt gij het berouwhebbende hart vergeven, o, zo doe het.
Begint slechts dit jaar niet geheel zonder hoop. Ik zal zeker alles doen, om mijne ondeugden af te leggen. O, vergeef ze mij slegts nog eenmaal!
Wie van ons zou niet vergeven? Wie van ons zou niet worden ontwapend door het roerende briefje, dat de brave Zwolse zoon aan zijn ouders zendt op 3 november 1812?
J. R. Thorbecke aan zijn ouders.
Zwolle, 3 November 1812.
Waarde Ouders.---
Uwe leeuwrikken worden goed bezorgd, ook zijn de canarievogeltjes best in orde. Zij zingen zeer goed en de verandering van plaats heeft geene uitwerking
op hen gehad.---
Is dat nu niet zeldzaam: den 2psten October zend ik een brief van gelukwensching aan Grootvader en Grootmoeder en wel in H Hollandsch af en den avond daaraanvolgende ontvang ik Grootmoeders brief met
63