vader, en gisteren heb ik met maatje bij grootvader geweest, maar met vader ga ik evenwel veel verder, zo als vader weet, en daar houdt Mietje wel van; en Heinbaas heeft ons lekkere bessen gebragt, en de zalm, die vader gezonden heeft, is ook heel lekker. Maatje liet mij eens proeven, om dat vader hem stuurde, en ik ben zo blij, dat ik nu Rotterdam en de Maas ook kan vinden, als ik op de kaart heen en weer wandel, en weet gij wel, vader, dat wij digt bij uw Logement geweest zijn; ja, ja, op de Erasmus markt. Nu ’£ is maar om eens te lachen, mijnheer Berk wees mij op de kaart het Zwijnshoofd, en ik heb u niet gezien, en nu, lieve vader, heb ik zo een grooten brief geschreeven, zo dat ik geen ziertje meer weet, als dat wij magtig naar u verlangen, en dat ik u honderdmaal kusch bij mij zelf, en dat maatje, en juffrouw Warin, en de heer Berk, en grootvader en grootmoeder ook heel frisch en gezond zijn; nu goede nagt, lieve vader, van uw kleintje,
Mietje
Ik gaf mijne moeder den brief, en stond, brandend van nieuwsgierigheid, om te hooren wat zij zeggen zoude, aan haaren schoot. ‘Ik zie, dat gij vader veel hebt verhaald, en alles naar waarheid; in zo verre heb ik niets tegen uw brief. Maar gij vergat mijne groote les: doe alles met orde. Men schrijft met orde, als men alles, wat men schrijven wil, op de rechte plaats, en ten rechten tijde schrijft; als men het belangrijkste eerst schrijft; men moet klaar en duidelijk zijn; men spreekt weinig of niet over onverschillige dingen; men ver
35