Plinius de jongere, die het leven van het Rome zijner dagen schildert.
Ook kennen wij antieke retorenscholen, die het schrijven van fictieve brieven van beroemde mannen beoefenden. Het was de briefcultuur van deze Grieken en Romeinen, die na de door ons genoemde renaissance grote invloed zou uitoefenen op de geleerde humanisten in West-Europa.
Ook bij hen komen brieven voor die mét en brieven die wél voor publikatie waren bestemd. Zij werden nog steeds in het Latijn geschreven. Van figuren als Erasmus en Hugo de Groot zijn prachtige brieven bewaard. Werd niet nog zeer onlangs een epistel van Grotius aan zijn vader — te midden van veel belangrijke documenten — te Londen geveild?
Het eerst werd in Italië het Latijn door de landstaal vervangen. Dan volgt spoedig Engeland, het land — ook later — van de grote briefschrijvers.
Ook later! Wij denken nu verder aan de 18de en aan de 19de eeuw en aan onze tijd, waaraan wij de brieven zullen ontlenen die beroemde kinderen aan hun ouders hebben geschreven.
Uit de tijd van de romantiek vooral, als de brieven het sterke persoonlijke karakter krijgen, dat ze voor ons zo bij uitstek geschikt maken, als intieme, uiterst individuele illustraties van het meest menselijke leven van wezens van vlees en bloed. En dan ten overmate nog afgestemd op de subtiele verhoudingen van kinderen en ouders, beroemde kinderen en misschien zelfs een enkele keer niet-beroemde.
16