in 1848 werd voltooid. De merkwaardige treur-melodieën, nog in sefardische kringen algemeen bekend, moet hij, muzikaal van aanleg, meermalen hebben gezongen.
Wellicht dacht de dichter dan aan de verbanning der joden uit Spanje in 1492, die immers op dezelfde datum had plaats gevonden. Misschien droomde hij wel te staan op de grote mooie verhoging, de Theba, in de lege snoge, galmende tegen haar hoge pilaren op. Wat al niet werkte in zijn bloed! Zou hij nu eindelijk de verlossing mogen preken van zijn stam en - als eens voorspeld -rouw omzetten in vreugde, vasten in feestvermaak?
Dan werd hij wakker. Of bleef hij dromen? Altijd.
32