OPENBAAR EXAMEN.
17 MEI l{k20.
VOORZANG.
1.Grezegend Gij, die ons het leven gaaft! Wij danken U voor ’t uit U spruitend leven Wij danken U, die de armen troosten laaft, Om ’t geen Ge ons meer dan ’t leven hebt gegeven! Ontvang den toon, dien U onze onmacht biedt! In U begint, in U voleindt ons lied!
2.
Weldadigheid houdt hoogtijd op dees dag! Op dezen dag viert men het heil der armen!
Wij smeken U met kinderlijk ontzag,
Dat Uwe gunst hun poging moog beschermen ! Gun ons dees dag derscheps’len hoogst genot: Tot Uwen lof te handden , o mijn God!
3.En voor dees Rij, wier milde zorg en deugd, Ons de ongena van ’t grillig lot vergoeden,
* Voor die heft mee dees diep gelrolfen jeugd 1 Den smeekzang aan , dat Gij hen moogt behoeden! Uw zegen ruste op liun eerwaardig hoofd! — En zij Uw naam in Eeuwigheid geloofd!
Gedicht van Isaac da Costa uit zijn vóór-Christelijke periode.