Waar wij ballingen zijn

OVER

DE NATIONALE WEDEROPRICHTING VAN ISRAËL EN DE WEDERKOMST VAN DEN HEER JESUS CHRISTUS IN HEERLIJKHEID,

AANGEBODEN

aan de Vergadering van Evangelische Chrisiencn ie Parijs, in hunne zitting van 30 Augustus 1855,

DOOR

Is. DA COSTA.

Het Oude Testament is vol van voorzeggingen cener eindelijke nationale herstelling van Israël^-. Moses en alle de propheten scheiden in hunne vergezichten der toekomst van hun volk deze twee gebeurtenissen nimmer van elkander: dé tijdelijke verstrooiing en de langdurige ellende van dat volk ter zake zijner zonde, — zijne bekeering in het laatste der dagen tot den Heer en tot den Messias, Zone Davids, uit kracht der getrouwheid van zijnen God. De slotsom der veelvuldige en veelsoortige prophc-eyen, die gedurende een tijdvak van ongeveer tweeduizend jaren hieromtrent zijn uitgegaan, vat de propheet Iloséa te zamen in zijne wel bekende voorzegging (III: 3, 4): »De kinderen Israüls zullen vele dagen blijven zitten zonder koning en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder Ephod en Terapliim. Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeeren, en zoeken den Heer hunnen God en David hunnen Koning; en zij zullen vreczendc komen tot den Heer en tot Zijne goedheid in het laatste der dagen.”