Der moorders in hun hol, volwaardig te verrekenen Met heel de maatschappij, en vragende inkt en bloed Voor de aanklachtsacte, die zy voeren in ’t gemoed.
Over de Noordzee gaat zijn profetische blik:
Eén legerkamp weldra wordt half het Vasteland,
Terwijl aan de overzij Repealers en Chartisten Hun echo mengen aan den roep der Communisten.
De uiterlijke vormen, waaronder de Apocalypse zal plaats vinden, doen bij Da Costa klassiek-bijbels aan. Vulkanische elementen treden naar voren: ‘De Alpen spogen vuur.’ Het is alsof de natuur zich met de maatschappij gaat occuperen. Aardbevingen worden gesuggereerd. Alles wankelt. Zelfs appelleert de Portugees-joodse Amsterdammer aan de in letterlijk opzicht wankele bodem, waarin de palen zijner moederstad worden geheid. ‘Vastighêen gebouwd in schuddende moerassen.’
De windrichtingen - ook zij aanvaarden hun functie. Het magische Noorden speciaal, dat soms alleen voorkomt en eenmaal bewust wordt weggelaten, als de drie anderen worden genoemd. Het noorden heet ‘streng’, het ‘spookt’ er, ‘kille dwangzucht’ heerst er. Opmerkelijk in dit verband de profetie over de ontmoeting van Amerika met Rusland, ‘de Arend van het Noorden’:
En nu! de tijden spoên! Wat is er van den nacht, o Wachter! welk een dag wordt aan de kim verwacht?
Zal ’t jonger werelddeel Europa blijven leeren Om vrijheid, orde en licht naar ’t Westen zich te keeren? Werd voor ons nakroost daar de vrijheidseeuw gebaard?
Of zal ’t, een vrijheid wars, te ras in dwang ontaard,
Eer vluchten in zijn angst by d’Arend van het Noorden, Waar, by het somber licht der scheemrende IJszeeboorden
18